Grenswaarde op basis van congestiemanagementdienst

Via congestiemanagement verkoopt een aangeslotene delen van zijn vrijheid van dispatch, het recht binnen zijn aansluit- en transportovereenkomst zelf te kunnen bepalen hoeveel elektriciteit te produceren (invoeden) of te verbruiken (afnemen), aan de systeembeheerder. Na de verkoop verandert voor een aangeslotene wat hij maximaal of minimaal mag invoeden of afnemen uit het net tijdens de verkochte periode. Deze verandering wordt vertaalt naar een maximale of minimale grenswaarde voor invoeden of afnemen waar de aangeslotene en andere marktrollen op de aansluiting (bijvoorbeeld balanceringsverantwoordelijke partij en Balance Service Partij) zich aan dienen te houden.

Het overschrijden van de grenswaarde gaat financiële consequenties voor de aangeslotene hebben omdat deze de aansluit- en transportovereenkomst met de systeembeheerder heeft afgesloten en daarmee verantwoordelijk is voor de benutte transportcapaciteit op zijn aansluiting. Dit is de prikkel om na de afroep van de congestiemanagementdienst vervolgacties te voorkomen (o.a. op andere energiemarkten) die het effect van de congestiemanagementdienst te niet doen waardoor het netveiligheidsprobleem niet wordt opgelost of juist verergerd.

De bepaling van de grenswaarde volgt uit topic TS051/TS052 Validatie en conflicterende biedingen.

Een grenswaarde op een aansluiting met een capaciteitsbeperkend contract wordt bepaald op basis van het gecontracteerd transportvermogen van een aansluiting en het afgeroepen vermogen in het capaciteitsbeperkend contract.

Voorbeeld

Bij aangeslotene A wordt een capaciteitsbeperkend contract van 20 MW afgeroepen en bij aangeslotene B wordt een capaciteitsbeperkend contract van 10 MW afgeroepen, beide voor de periode van 17:00 tot 18:00. Alleen voor de afgeroepen periode en richting wordt een grenswaarde bepaald op basis van de het gecontracteerde transportvermogen en de afroep. Voor A een maximale afname grenswaarde van 80 en voor B een maximale afname grenswaarde van 70.

De grenswaarde op een aansluiting na een redispatch afroep wordt bepaald op basis van de aangeleverde prognose en het afgeroepen vermogen in de redispatch.

Voorbeeld

Bij aangeslotene A wordt redispatch van 20 MW afgeroepen en bij aangeslotene B wordt redispatch (tegenbieding) van 20 MW afgeroepen, beide voor de periode van 17:00 tot 18:00. Alleen voor de afgeroepen periode en richting wordt een grenswaarde bepaald op basis van de prognose en de afroep. Voor A een maximale afname grenswaarde van 90 en voor B een minimale afname grenswaarde van 100.